Als je een hond ‘hebt’, weet je dat je daar regelmatig mee moet wandelen. Dan kan de hond poepen en plassen en bovendien ook snuffelen en dat is goed voor hem. Zeker als je ook regelmatig eens met hem in een andere omgeving loopt.
Hier hebben we verschillende rondjes: ‘rondje Tamboerlaan’, ‘rondje vijver’, ‘rondje Valkenstede’ en nog een paar. Ter afwisseling en van verschillende lengtes.
Op vrije dagen doen we ongeveer 4 wandeltjes. Tenminste, dat is het streven. De laatste tijd wordt de middagwandeling regelmatig overgeslagen. En hoe komt dat dan? Hebben wij geen zin? Zorgen we niet goed voor onze snoesjes? Nee! Niets van dat alles.
Gijs en Mara willen niet! Serieus. Ik vraag ze en ze kijken me aan alsof ik gek ben. En als ik ze dan vraag of ze in de tuin willen, dan stormen ze hun mandje uit en naar de tuindeur.
Als ik dan de deur open doe, rennen ze woest blaffend de tuin in. Dat komt door Mara trouwens, zij loopt Gijs op te fokken dan. Afijn, ze snuffelen wat, wateren de planten en dan is het wel weer tijd om naar binnen te gaan waarna ze weer in hun mandjes ploffen.
Als ik dan vraag of ze nog een rondje willen, nee, dan gaan ze toch echt niet mee. Echt niet. Of ik het nu één keer vraag, of vijf. Oh uiteindelijk willen ze dan wel weer hoor, aan het eind van de middag. Dan komt zelfs Mara haar mandje uit (mevrouw houdt niet van kou) en meestal moet ze dan poepen. Maar als het niet nodig is, nou dan liever niet.
Ik vraag me nog steeds af waarom Gijs niet meer zo enthousiast is. Misschien mist Gijs Robbie wel. Robbie wilde áltijd wandelen. Stond altijd klaar om te gaan. En dan ging Gijs ook wel mee. Nu moet Gijs het zelf doen.
Nu hebben ze trouwens wel als voordeel dat we een tuin hebben, dus daar gaan ze dan ook regelmatig wel even in.
En naar het bos wil Gijs wel altijd mee.
Dus hoe mooi de theorie mag zijn, de praktijk is heel anders, dat blijkt wel weer!