Maartje, het hondje van anderhalve kilo met de subtiliteit van een bulldozer.
Toen Mara bij ons kwam wonen, kwam ze met twee speeltjes. De ene was een inimini giraffe, heel schattig. De ander was een groter speeltje, waar mee gegooid moest worden. Mara rende er dan achter aan en ging er vervolgens op knagen. En er zat zo’n vervelende piep in dus na twee keer gooien plus het bijbehorende gepiep was je er wel klaar mee.
Zo niet Mara.
Inmiddels is dat speeltje godzijdank gesloopt. Maar Mara heeft uiteraard een alternatief gevonden. Een rode floss, Robbie en Gijs waren er niet heel dol op, Mara vindt hem het einde. Elke dag dient er mee gegooid te worden. Waarna Mara er fanatiek op gaat kauwen (hij stinkt enorm daardoor!) tot ze vindt dat het weer tijd is om te gooien.
Ze kijkt dan afwisselend met een half oog naar jou en de floss en als je de hint niet snapt, gaat ze er bij staan schreeuwen.
Of je even gooien wil.
Als je mazzel hebt ligt de floss binnen handbereik maar meestal net niet. En gooien is leuk, maar dat zou je eigenlijk zonder handen moeten kunnen doen, want zodra je de floss pakt, duikt ze er bovenop, want ze is en blijft natuurlijk een terriër.
Laatst was ze hem kwijt, had ze hem buiten laten liggen. Ze ging fanatiek op zoek en yay gelukkig vond ze hem weer.
Konden we weer ‘fijn’ spelen! Want het is gooien of toe geschreeuwd worden!