Het was de dag na dat het zo was gaan sneeuwen en slow but steady lag er toch aardig wat sneeuw. Ik had een rondje met Mara gelopen en daarna met Gijs. Ze waren allebei van slag door het gebrek aan gras.
Nadat zij allebei weer lekker in hun mandjes lagen, ging ik zelf op stap want ik moest nog boodschappen doen voor mijn nachtdienst die avond. Rugzak om, extra tasje mee en lopend naar de supermarkt. Maar ik ben niet zo ver gekomen.
Want ik was nog geen twee huizen verder toen ik ineens uitgleed. Wat ik precies deed, zeg het maar, maar ik klapte met een misselijkmakend krakend geluid tegen de grond. En voelde meteen dat het niét goed was!
Gelukkig was er verderop iemand bij het speeltuintje met een aantal kinderen en die heb ik om hulp gevraagd. Ze had me zien vallen en vroeg of ik kon staan, want ik moest toch van de weg af. Maar dat ging niet. Ik had mijn telefoon bij de hand en apte mijn man en belde vervolgens mijn moeder die meteen kwam.
Maar eigenlijk wist ik al dat ik het met mijn moeder alleen niet zou redden. De buurvrouw kwam met haar moeder (ook een manier om je buren te leren kennen, haha!) en ze haalden kussens en dekens voor me. De ambulance werd gebeld.
Hoe pijnlijk het ook was (en dat was het!) moest ik meteen denken aan wat ik bij de Lotus leer over botbreuken. Het klopt precies wat er in het boek staat en je wil vooral heel erg dat er absolúút niémand aan je been komt. Ik zag er dus ook wel tegenop om op de brancard van de ambulance te moeten komen.
Afijn de ambulancebroeder gaf me Fentanyl in m’n neus om de scherpe randjes er af te halen maar al met al was het rondje ambulance tijdens een oefening een leukere ervaring. Ze knipten op verzoek mijn laars kapot (no way dat die zo uit zou gaan!) en helaas ook mijn Jack Wolfskin gevoerde broek. Er was niets te zien, geen uitstekende botten en bloed, gelukkig.
Eenmaal in het ziekenhuis op de SEH moest toch echt die laars uit en mensenkinderen wat deed dat pijn. Gelukkig kreeg ik daarna een infuus en morfine. Dat overspoelt je ook als wat warms en ineens stopte mijn bibberen (dat was overigens de spanning, ik had het niet koud).
Na nog een paar shotjes morfine was de boel aangenaam verdoofd. Er werden foto’s gemaakt en daaruit bleek dat de boel op meerdere punten gebroken was. Lekker dan. Er was nog even sprake van dat men zou proberen om het te gaan zetten maar gelukkig hoefde dat niet. Ik zou geopereerd worden en zou in tussentijd gips krijgen als steun. Dat werd aangelegd door de SEH verpleegkundige met een beetje hulp van mijn moeder en na een derde dosis morfine (of was het de vierde?) gingen ze samen aan de slag. Mijn moeder hield mijn been omhoog.
Het gips was aangenaam! Kon eindelijk mijn been ontspannen. Er werd verder overlegd over wanneer en waar opereren. En gelukkig kon dat gewoon hier in het ziekenhuis. Ik ging naar de afdeling, hupste met looprekje naar de wc en kreeg ok goed aan.
Ik werd gehaald voor ok, mocht kiezen of ik een ruggenprik wilde of wilde slapen en ik ging voor slapen. En zo geschiedde.
Ik werd heerlijk warm en half van de wereld wakker. Alles was goed gegaan en ik voelde dat er geen gips om m’n been zat. Het had een uurtje geduurd. Ik ging even later terug naar de afdeling, waar manlief nog even langs kwam om Jake shakes te brengen.
De nacht zijn we vervolgens ook wel aardig doorgekomen. Gelukkig had Martin ook m’n oordoppen meegenomen. Maar echt goed slapen was er niet bij. Moest naar de wc van de nachtdienst, okee maar dan wel met looprekje op de gewone wc in plaats van op de po want dan hoef ik niet meer. Dat ging ook zonder problemen. Mijn infuus is er af. Heb pijnstilling gehad dus nu verder afwachten op wat er komen gaat.
Maar oh wat baal ik. Ik had mijn crossfit eindelijk weer goed op de regel. Nu mag ik zes weken niet belasten, en wie weet hoe het dan is. Ik hoop maar dat ik geen functie verlies heb. Dat ik na die tijd, hoe lang dat dan ook gaat duren, dat ik alles weer gewoon kan. Maar de tijd zal het leren…